Kees is klusjesman. Kees heeft gouden handen. Hij komt de oude kinderkamer ombouwen tot kantoorruimte. Thuiswerken vanaf de keukentafel bleek toch geen succes. Kees maakt wat hij denkt. Soms kijk ik stiekem even naar hem en dan zie ik hem een paar minuten voor zich uit kijken. Ik zie de planken in zijn hoofd gezaagd, gestapeld en getimmerd worden. In zijn hoofd voltrekt zich het plan in een fractie van een minuut. Kees is van de korte zinnen. Hij is dik in de zestig en hij heeft al te veel meegemaakt om woorden te verspillen. Ik ben gewend geraakt aan zijn stille aanwezigheid. En hij aan mijn eindeloze zoom-meetings.
Hij hoort me weer inbellen
“Simon, je kan wel snel willen upscalen, maar onze recruiter heeft nauwelijks de tijd om te sourcen. Misschien dat je met temps geholpen bent, maar hou dan wel rekening dat de fee voor jouw conto komt en dat we in Q4 ook al over budget zaten. En de forecast ziet er ook niet goed uit. Dit is nou precies waarom ik graag meer wil investen in employer branding en kandidaten meteen op fixed contract wil zetten. Lijkt mij een no-brainer toch?’
Kees is bezig met de plinten en heeft kleine spijkertjes tussen zijn lippen. Hij kijkt op. ‘Waar ging dat over?’, vraagt hij. Met een achteloos wegwerpgebaar zeg ik dat we op de zaak iets handiger moeten zijn om personeel aan te trekken.
‘Ingewikkelde manier om dat te zeggen…’ Hij slaat de spijkertjes met grote precisie in de plint.
Ik staar even wezenloos naar mijn scherm. Na een paar minuten sta ik op en loop naar de keuken.
‘Kees, heb je zin in een Latte Macchiato?’
‘Koffie, bedoel je?’
‘Ja, met veel melk’
‘Doe maar zwart’
‘Komt eraan’.